faktor5_logo
Gecertificeerde deskundigen eenzaamheid - CRKB geregistreerde instelling faktor5

Eenzaamheid en trauma

eenzaamheid en trauma - Beeld-Anemone123 via Pixabay

Alle vormen van trauma kunnen eenzaamheid tot gevolg hebben, zodat bij chronische eenzaamheid altijd gedacht moet worden aan (vroeg) trauma.

Trauma kan hersengebieden verstoren die angst- en stressreacties, emotieregulatie en uitvoerende functies regelen. Deze neurologische effecten verhogen het risico op het ontwikkelen van emotionele, gedrags- en mentale gezondheidsproblemen, vooral wanneer trauma optreedt in de kindertijd. De effecten van trauma op de hersenen zijn niet omkeerbaar, maar wel te herstellen, zeker met de begeleiding en ondersteuning van een trauma-geïnformeerde therapeut. De Specialist Eenzaamheid is er in het bijzonder voor de relationele kanten van traumaherstel. 

Wat is trauma?

Het woord ‘trauma’ betekent niets anders dan: beschadiging. Dat kan een lichamelijk trauma zijn (een gat in je hoofd) of een mentaal trauma (een beschadiging van je brein). Na de tweede wereldoorlog werd gezien dat soldaten en oorlogsslachtoffers soms sterk veranderd gedrag vertoonden en hun leven niet meer goed konden oppakken. Het bleek dat mensen die verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt, daarvan blijvende schade ondervonden, waarbij het stress systeem permanent geactiveerd bleef. Dat werd Post Traumatisch Stress Syndroom genoemd. 

Breder begrip

Langzamerhand werd dat begrip ook toegepast op mensen die andere traumatische ervaringen hebben gehad, zoals slachtoffers van (kinder) mishandeling of incest. In de loop van de jaren is meer en meer duidelijk geworden dat de veranderingen die in het brein voorkomen bij mensen die een eenmalige afschuwelijke gebeurtenis hebben meegemaakt, ook terug te vinden zijn in de hersenen van mensen die als kind te maken hebben gehad met verwaarlozing, of met een of meer situaties die objectief gezien misschien niet erg indrukwekkend zijn, maar die op een (zeer) klein kind een onuitwisbare indruk maakten. 

Adverse Childhood Experience

In Amerika is de laatste jaren veel onderzoek geweest naar de zogenaamde Adverse Childhood Experiences. Daaruit bleek dat bijna 45% van alle kinderen er een of meer trauma’s hebben meegemaakt. Niet iedereen ontwikkelt een PTSS, maar het aantal kinderen dat aangeeft zich eenzaam te voelen is zo groot, dat het zinvol is te kijken naar de oorsprong van die eenzaamheid. In Nederland kennen we de cijfers niet. De problemen wel.

 

Hoe trauma de hersenen onmiddellijk beïnvloedt

Alle mensen (evenals vele andere dieren) hebben ingebouwde overlevingsinstincten. Een daarvan is de ‘vecht- of vluchtreactie’, die ontstaat in een deel van de hersenen dat de amygdala wordt genoemd. Vaak wordt amygdala gezegd, alsof het één ding is, maar ‘de amygdala’zijn er eigenlijk twee, twee kleine brokjes in je brein ter grootte van een amandel, achterin je hersenen, aan elke kant een. Een van de belangrijkste functies van de amygdalae is het detecteren van bedreigingen en gevaar. Wanneer de amygdalae een potentiële dreiging identificeren, zullen ze het sympathische zenuwstelsel activeren.

Aanjager

Het sympathische zenuwstelsel is als een gaspedaal dat het lichaam overspoelt met stresshormonen en chemicaliën zoals cortisol en adrenaline. Dit brengt het lichaam in een staat van vechten of vluchten, wat verschillende fysiologische veranderingen in het lichaam en de hersenen veroorzaakt. Deze veranderingen zijn niet willekeurig – ze zijn bedoeld om de overlevingskans in een situatie van leven of dood te vergroten.

Effecten van trauma tijdens vechten of vluchten

Zodra de amygdalae een dreiging identificeren en alarm slaan, wordt een reactie geactiveerd door het zenuwstelsel. Fysieke of emotionele trauma’s kunnen deze reactie uitlokken, net als hoge niveaus van stress of angst. Wanneer dit gebeurt, ervaren de meeste mensen plotselinge veranderingen in hun lichaam en hersenen. Vroeger dacht men dat er twee reactie waren op zo’n situatie: vluchten of vechten. Inmiddels weten we meer. Er zijn vijf mogelijke scenario’s als reactie op een trauma en je hebt het niet voor het kiezen; je lichaam reageert automatisch:

Vechten, vluchten, bevriezen, verslappen, bevrienden

Omdat je veel hoort over ‘vechten of vluchten’, kunnen we ons soms teleurgesteld, gefrustreerd of zelfs boos op onszelf voelen dat we, toen we ons in een situatie van extreme angst of gevaar bevonden, geen bovenmenselijke kracht of snelheid hadden om te vluchten of te vechten. Maar de andere drie veel voorkomende reacties op angst en gevaar – bevriezen, verslappen en bevrienden – zijn net zo instinctief als vechten of vluchten, en we kunnen niet kiezen welke we ervaren.

Alle vijf reacties zijn de automatische manieren van ons lichaam om ons te beschermen tegen verdere schade en om een ​​gevaarlijke situatie te overleven:

  1. Vechten: fysiek vechten, duwen, worstelen en verbaal vechten, b.v. ‘nee’ zeggen.
  2. Vluchten: afstand nemen tussen jou en het gevaar, inclusief rennen, verstoppen of achteruitgaan.
  3. Bevriezen: gespannen stil zijn. Dit is een veel voorkomende reactie op verkrachting en seksueel geweld. Bevriezen is geen toestemming geven, het is een instinctieve overlevingsreactie. Dieren bevriezen vaak om gevechten en mogelijke verdere schade te voorkomen, of om ‘zich dood te houden’ en zo te voorkomen dat ze worden gezien en opgegeten door roofdieren.
  4. Verslappen: vergelijkbaar met bevriezen, behalve dat je lichaam helemaal slap wordt. Dit is een automatische reactie die de fysieke pijn van wat er met je gebeurt kan verminderen. Je geest kan ook afsluiten om zichzelf te beschermen.
  5. Bevrienden: een ‘vriend’ of omstander om hulp roepen, bijvoorbeeld door te schreeuwen of te schreeuwen, en/of ‘vriendschap sluiten’ met de persoon die gevaarlijk is, bijvoorbeeld door hem gunstig te stemmen, te onderhandelen, om te kopen of te smeken. Nogmaals, dit ben jij niet die je aanvaller toestemming geeft, het is een instinctief overlevingsmechanisme.

Fysieke gebeurtenissen tijdens trauma

Hieronder staan ​​​​vijf mogelijke manieren waarop trauma de hersenen en het lichaam beïnvloedt tijdens het vechten of vluchten:

  1. Verhoogde hartslag en bloeddruk om het bloed naar vitale organen te leiden en de spijsvertering te vertragen
  2. Snelle ademhaling om snel meer zuurstof in het lichaam te krijgen voordat het lichaam mogelijk zuurstof moet missen vanwege intense actie (d.w.z. snel rennen)
  3. Een uitbarsting van adrenaline, fysieke kracht en energie die is ontworpen om iemand te helpen een roofdier gemakkelijker te ontlopen of te overmeesteren
  4. Verhoogde alertheid en hypervigilantie om een ​​persoon te helpen zich meer bewust te zijn van mogelijke bedreigingen in zijn omgeving, evenals verwijde pupillen voor scherpere zintuigen
  5. Zweten of beven als gevolg van verhoogde cortisol en adrenaline in de bloedbaan en aanspannen van spiergroepen ter voorbereiding op actie

Defecte dreigingsdetectie en valse alarmen

Het probleem is dat vecht- of vluchtreacties alleen nuttig zijn wanneer mensen met bepaalde soorten bedreigingen worden geconfronteerd. Deze overlevingsinstincten zijn bijvoorbeeld nuttig om iemand te helpen weg te rennen van of te vechten tegen een roofdier. Ze helpen echter niet iemand die zich zorgen maakt over een aanstaande operatie of een schoolexamen. Hoewel het de taak van de amygdalae is om bedreigingen te detecteren, kunnen ze meestal geen onderscheid maken tussen verschillende soorten van bedreigingen

Om deze reden kan elke stressvolle, enge of verontrustende situatie ervoor zorgen dat de amygdala de vecht- of vluchtreactie activeert. Soms zijn dit ‘valse alarmen’, of situaties die eigenlijk niet gevaarlijk zijn. Dit gebeurt bijvoorbeeld vaak bij mensen die lijden aan specifieke fobieën of andere angststoornissen die overdreven reageren op bepaalde situaties, ook situaties die niet echt gevaarlijk zijn.

Hoe trauma de hersenen op de lange termijn beïnvloedt

De effecten van trauma zijn talrijk, maar ze kunnen ook van persoon tot persoon verschillen, afhankelijk van een aantal individuele en omgevingsfactoren. Bijvoorbeeld het soort trauma dat iemand oploopt; hoe oud ze waren; hoe lang het duurde; hoe ze ermee omgingen; en of ze al dan niet steun hadden, kan allemaal de effecten van trauma op de hersenen veranderen.4,6

Recent onderzoek naar hersenscans heeft wetenschappers geholpen te begrijpen hoe trauma de hersenen beïnvloedt en welke hersengebieden worden beïnvloed. Bij het vergelijken van hersenbeelden tussen mensen met PTSS en de algemene bevolking, zijn er drie regio’s die het meest worden getroffen: de hippocampus, amygdala en prefrontale cortex.1,7

De effecten van trauma op de Amygdala

De amygdala maakt deel uit van het limbisch systeem in de hersenen en kan overactief worden bij mensen die een trauma hebben meegemaakt. Dit kan ertoe leiden dat iemand overdreven gevoelig wordt voor bedreigingen en meer vatbaar is voor stress en angst. Dit geldt vooral voor mensen die als kind een trauma hebben meegemaakt. 

Er zijn veel manieren waarop een overactieve amygdala iemand kan beïnvloeden, waaronder:

  • Klassieke symptomen van PTSS: Een van de meest voorkomende traumareacties is de ontwikkeling van posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dat kan flashbacks bevatten, vermijdingsgedrag en intense emotionele reacties wanneer men traumaherinneringen of -triggers tegenkomt.
  • Hypervigilantie: Een overactieve amygdala kan ervoor zorgen dat mensen overdreven alert, gespannen en zich bewust worden van bepaalde soorten bedreigingen, ook wel hypervigilantie genoemd. Hypervigilantie is een symptoom van PTSS waarbij iemand overdreven alert en waakzaam is voor bepaalde soorten gevaar, waaronder traumatische ervaringen die in het verleden zijn gebeurd. Enorm schrikken als daar niet echt aanleiding voor is, is typisch zo’n reactie. 
  • Angststoornissen: Overmatig piekeren of nervositeit, rusteloze energie, prikkelbaarheid, moeite met focussen en lichamelijke symptomen zoals G.I. overstuur zijn allemaal gekoppeld aan een overactieve amygdala.8 Deze fysiologische veranderingen zijn vaak het gevolg van de vecht- of vluchtreactie die te vaak voorkomt of als reactie op situaties die niet echt gevaarlijk zijn, wat een belangrijk symptoom is van angststoornissen.
  • Paniekaanvallen: Paniekaanvallen gaan gepaard met intense angstsymptomen die plotseling optreden en kunnen hartkloppingen, kortademigheid, een beklemd gevoel op de borst en duizeligheid omvatten. Paniekaanvallen worden vaak ervaren tijdens de piek van vecht- of vluchtreacties en kunnen een symptoom van een angststoornis, PTSS of een andere stoornis zijn.
  • Vermijding: Iemand met een overactieve amygdala is eerder geneigd geen vertrouwen in anderen te hebben, waarbij mensen, plaatsen of situaties worden vermeden die stress of angst veroorzaken. Tot voor kort was dit een ‘erkende afwijking’, die ook vermeld werd in de DSM als ‘vermijdende persoonlijkheidsstoornis’. Een typische beschrijving van iemand die waarschijnlijk last heeft van eenzaamheid.

De effecten van trauma op de hippocampus

Hoewel de amygdalae onderdeel zijn van het limbische systeem van de hersenen, zijn er ook hersendelen met taken die verband houden met het verwerken van herinneringen en emoties. Een daarvan is de hippocampus, die voornamelijk verantwoordelijk is voor het leren en opslaan van herinneringen. Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat mensen die trauma ervaren (vooral jeugdtrauma) een kleinere hippocampus hebben dan normaal.

De hippocampus is het deel van de hersenen dat betekenis en associaties toekent aan herinneringen, ook aan traumatische. Daarin speelt het ook een hoofdrol bij emotie regulatie en stressreacties. Dit kan helpen verklaren waarom overlevenden van trauma’s vaker worstelen met stemmingsstoornissen, psychische aandoeningen en andere emotionele problemen. Als gevolg van stoornissen in de hippocampus is het mogelijk dat overlevenden van een trauma meer kans hebben op het volgende:

  • Depressie:Omdat de hippocampus een rol speelt bij emotieregulatie, heeft het ook invloed op iemands stemming. Dit kan de reden zijn waarom traumatische ervaringen het risico op het ontwikkelen van stemmingsstoornissen depressiviteit. Dit geldt met name voor overlevenden van kindertrauma’s, die drie keer meer kans hebben dan anderen om een ​​depressie te ontwikkelen.4
  • Chronische stress: De hippocampus helpt (samen met andere delen van het limbisch systeem) ook stress te beheersen. Onderzoek heeft aangetoond dat overlevenden van trauma’s vaker rapporteren dat ze worstelen met chronische stress (ook weltoxische stress). Ze kunnen ook hogere basisniveaus van stress hebben dan de meeste mensen. Het hebben van een lagere stresstolerantie maakt iemand gemakkelijker van streek of overweldigd, zelfs wanneer hij wordt geconfronteerd met kleine problemen en problemen.1,6,7
  • Gezondheidsproblemen: Hogere niveaus van stress en stemmingsgerelateerde problemen kunnen ook van invloed zijn op de fysieke gezondheid van een persoon. Uit onderzoek is gebleken dat verhoogde niveaus van stress en cortisol (stresshormoon) het immuunsysteem verzwakken, waardoor mensen vatbaarder worden voor allerlei ziekten en infecties. Studies hebben ook aangetoond dat jeugdtrauma’s het risico op het ontwikkelen van chronische gezondheidsproblemen zoals diabetes, hartproblemen en auto-immuunziekten aanzienlijk verhogen.
  • Ongezonde levensstijlkeuzes: Verminderde hippocampale regio’s kunnen leiden tot een afname van iemands vermogen om hun emoties en stress op een gezonde manier te beheersen. Hierdoor is de kans veel groter dat iemand ongezonde copingmethoden gebruikt. Studies hebben bijvoorbeeld aangetoond dat degenen die in de kindertijd een trauma hebben meegemaakt, meer geneigd zijn om te roken, te drinken en ongezonde eet- en bewegingspatronen aan te nemen.
  • Interpersoonlijke problemen: Relatieproblemen en conflicten zijn iets dat iedereen van tijd tot tijd ervaart, maar een verminderde emotieregulatie kan deze problemen frequenter en intenser maken. Ook worstelen veel overlevenden van trauma’s (vooral degenen die een jeugdtrauma hebben meegemaakt) met onzekerheid en verlatingsangst die meer stress en spanning toevoegen aan hun relaties.

De effecten van trauma op de prefrontale cortex

De mediale frontale cortex, een deel van de prefrontale cortex, is het laatste deel van de hersenen dat het meest wordt getroffen door trauma. De prefrontale cortex is verantwoordelijk voor de meeste van de meer complexe denkprocessen die bekend staan ​​als ‘uitvoerende functies’. Uitvoerende functies omvatten het vermogen om plannen te maken, dingen te overdenken en goede keuzes te maken, allemaal essentiële taken voor het normale leven.

Trauma kan de werking van de prefrontale cortex onderdrukken, wat leidt tot verminderd executief functioneren. Wanneer mensen in de vecht- of vluchtmodus zijn, wordt de prefrontale cortex minder actief en nemen de basale overlevingsinstincten het over. Wanneer traumatische stress vaak, te vroeg in het leven of gedurende langere tijd optreedt, kan dit leiden tot langdurige beperkingen in executieve functies. Studies hebben aangetoond dat mensen met PTSS een lager executief functioneren hebben dan de algemene bevolking.

Schade aan de prefrontale cortex kan leiden tot:

  • Impulsieve besluitvorming: Slecht executief functioneren, als gevolg van problemen in de prefrontale cortex, kan ervoor zorgen dat iemand riskantere beslissingen neemt. Ze kunnen een sterkere drang ervaren om slechte keuzes te maken en hebben minder weerstand om ze te weerstaan. Dit kan verklaren waarom mensen met een traumageschiedenis hogere scores hebben van impulsiviteit. Een verminderd executief functioneren maakt het ook moeilijker om langetermijndoelen te stellen en de gevolgen van je acties te overzien.
  • Leerproblemen: Omdat de prefrontale cortex mensen helpt logisch te denken, informatie te analyseren en problemen op te lossen, wordt schade aan dit deel van de hersenen vaak in verband gebracht met leerproblemen. Slechte cijfers, moeite met onthouden of het begrijpen van nieuwe concepten kunnen allemaal het gevolg zijn van trauma.
  • Kortere aandachtsspanne of ADD: Problemen met focussen is zowel een korte als een langetermijneffect van trauma. De prefrontale cortex is een noodzakelijk onderdeel van geconcentreerde aandacht, dus stoornissen in dit deel van de hersenen kunnen zich manifesteren als symptomen van ADHD en ADD.

Hoe beïnvloedt jeugdtrauma de hersenen?

Er is een sterk verband tussen emotioneel trauma en de hersenen, vooral wanneer dit trauma zich in de kindertijd voordoet. Trauma bij kinderen is bijzonder schadelijk voor de hersenen, omdat het de belangrijkste stadia van de normale hersenontwikkeling kan verstoren. Onderzoek toont aan dat jeugdtrauma het risico verhoogt op:

  • Stemmingsstoornissen zoals depressie
  • Drugs- of alcoholgebruik, en verslavingen aan middelen
  • Cognitieve en taalachterstanden
  • Minder goed beloop van de schoolcarrière en beroepsleven
  • Verhoogde criminele activiteit
  • Hogere kans op chronische gezondheidsproblemen en psychische problemen
  • Aandachtsproblemen en hogere percentages ADD en ADHD

Emotioneel trauma versus traumatisch hersenletsel (Traumatic Brain Injury)

Emotioneel trauma is niet hetzelfde als een traumatisch hersenletsel, aangezien dat laatste meestal een lichamelijk letsel inhoudt dat langdurige of permanente en onherstelbare schade aan de hersenen veroorzaakt. De neurologische effecten van emotioneel trauma zijn weliswaar permanent van aard, maar wetenschappers hebben aangetoond dat neuroplasticiteit (het vermogen van de hersenen om zichzelf opnieuw te bedraden) deze effecten soms teniet kan doen. 

Drie soorten trauma

In het algemeen worden deze drie soorten trauma’s onderscheiden:

  • De schok als trauma (één indringende gebeurtenis)
  • Chronische blootstelling aan negatieve ervaringen
  • Complex trauma (eerlijk: alles kan een complex trauma veroorzaken) Meestal heeft het te maken met interpersoonlijke problemen, zoals afwijzing, verraad, bedrog, kortom: een relationeel trauma. 

Trauma en eenzaamheid

Alle vormen van trauma kunnen eenzaamheid tot gevolg hebben, zodat bij chronische eenzaamheid altijd gedacht moet worden aan (vroeg) trauma. Het oplossen van een trauma zal vrijwel altijd noodzakelijk zijn om volledig zonder eenzaamheid te kunnen leven. Helaas weten veel mensen van zichzelf niet dat er sprake is van trauma, zodat ze niet open zullen staan voor een aanpak daarvan. Onderdeel van hulp bij eenzaamheid is daarom psycho-educatie, zodat mensen kunnen leren herkennen of voor hen ook een aparte trauma aanpak zinvol zou kunnen zijn. 

In de tussentijd kunnen we mensen helpen hun brein te leren ontspannen en technieken leren om relaties aan te gaan en te houden. Voorzichtige technieken die trauma’s kunnen helpen oplossen kunnen onopvallend verweven worden in een aanpak van eenzaamheid. Zo kan ademtherapie helpend zijn, inner-child werk, somatic experiencing, mindfulness, hartcoherentieoefeningen en zo meer. 

Bovendien kunnen iemands omgeving en keuzes dit proces helpen of belemmeren. Het starten van een behandeling, het aannemen van gezondere gewoonten (met name bewegen in de natuur!) en het aanleren van nieuwe copingvaardigheden kunnen ook helpen de effecten van trauma in de hersenen te genezen. Genezing van het trauma brengt niet automatisch met zich mee dat iemand zich niet meer eenzaam voelt; het leren aangaan en onderhouden van relaties , iets wat het hele leven onder druk heeft gestaan, moet geleerd worden.

Hoe de hersenen te genezen na een trauma

Genezing van een trauma is een individueel proces dat voor iedereen anders is. Een aantal factoren kan van invloed zijn op hoe snel een persoon herstelt of op welke behandelingen ze goed reageren. Het is bewezen dat het hebben van een sterk ondersteuningssysteem, een optimistische mentaliteit en gezonde vaardigheden om met stress om te gaan de veerkracht vergroot en genezing versnelt. 

Een verscheidenheid aan therapieën is bewezen effectief bij de behandeling van trauma, en sommige kunnen al na een paar sessies verlichting bieden. Deze trauma-geïnformeerde therapieën omvatten: EMDR, Cognitieve verwerkingstherapie (CPT), exposure therapie en inmiddels tal van therapieën waarvan lang niet allemaal is bewezen dat ze werken. Soms omdat ze inderdaad niet werken, maar vaker omdat het laten keuren een langjarig traject is, dat handenvol geld kost  en dus voor  veel partijen niet is weggelegd. Het is daarom onverstandig om niet-bewezen therapievormen zonder meer af te serveren. 

Mogelijke therapieën zijn:

Tot slot

Traumatische ervaringen kunnen een diepgaand effect hebben op iemands leven, en ook op de hersenen. Neurologische veranderingen kunnen een negatieve invloed hebben op iemands relaties en het vermogen om te functioneren. Deze effecten kunnen echter worden behandeld en het brein kan nieuwe groei vertonen, zowel in het aantal nieuwe neuronen als in het aantal nieuwe verbindingen. Gerichte oefening om de juiste nieuwe dingen te leren is daarbij cruciaal. Een Specialist Eenzaamheid is opgeleid om daarbij te helpen. 

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest