Spraakverwarring
Hij zat bijna met de tranen in de ogen, ik zag het wel.
Onmacht, dat straalde ervan af.
‘Ze zegt steeds maar dat ze nooit iemand ziet’.
Hij had het over zijn oude moeder. Hoe naar het voor zo iemand ook is, voor mij is het een bekend verhaal. De kinderen maken zich zorgen om een van de ouders – of over allebei, dat kan natuurlijk ook. Ze zijn zo eenzaam.
Het is een lastige situatie. Want vaak denken de kinderen dat die ouders eenzaam zijn, zonder dat er ooit eens een gesprek over is geweest. Ze schrijven het de ander toe, zonder te controleren of het waar is. De andere kant komt ook voor: kinderen vinden dat de ouders niet eenzaam kunnen zijn, ‘ze krijgen zoveel bezoek’.
Dit lag net even anders. De moeder zei steed dat ze nooit eens iemand zag. De zoon, die vaak op bezoek ging, terwijl er nog een serie broers en zusters waren die ook regelmatig langs gingen, wist dat die uitspraak niet kon kloppen, want ze zag heel regelmatig mensen. Ze kreeg meer bezoek van een stel van haar kinderen.
Je ziet dat je moeder ongelukkig is, en ze klaagt over iets wat niet kan kloppen.
Het zou wel eens een spraakverwarring kunnen zijn.
Ik zie nooit eens iemand
Je kunt je eenzaam voelen, ook als je midden tussen de mensen leeft. Als je nooit geleerd hebt te praten over gevoelens, dan zeg je misschien dat je je verveelt, en dat je niets te doen hebt de hele dag. Dan komt het woord ‘eenzaamheid’ niet bij je op. Of je durft het niet te gebruiken omdat het zo beladen is. Dan zeg je misschien dat je ‘nooit iemand ziet’. En je ziet dan aan de reactie van je kinderen dat ze kregel reageren: ‘kom op, ma, dat is onzin, we komen heel vaak langs’…
Stel je voor: je hebt je hele leven gezorgd. Voor anderen, voor jezelf. Je hebt een vol leven gehad, met vrienden en bezigheden in huis en daarbuiten. Je hebt vrienden gehad en clubs waar je lid van was. Je zag allerlei mensen. Zo had je, bewust of onbewust, een manier om aan al je behoefte aan relaties te voldoen: mensen waar je mee kon lachen, zingen, huilen, roddelen, drinken en over het leven diepzinnige gesprekken voeren, kortom, je kon met allerlei mensen dingen doen die je gelukkig maakte.
En dan, naarmate je ouder wordt, valt dat allemaal weg. Dat weet je heus wel, het komt echt niet als een verrassing. En je hoeft ook niet meer zo veel. Niet zo veel bezoek, niet zo veel uitjes, en laat die exotische maaltijden ook maar zitten. Langzaamaan ontstaat het gemis. Je beseft misschien nog niet eens wat het precies is, dus zeg je: ‘ik zie nooit eens iemand’.
Wat ik nou zo mis…
Want ze komen wel langs hoor, je kinderen. En de kleinkinderen. (Als die er zijn). Er komen vrijwilligers als je daarom vraagt en je hebt natuurlijk altijd te maken met de thuiszorg, of met het personeel in de zorginstelling. Maar waar hebben al die mensen het over? Heb je nog wel eens een goed gesprek? Praat je nog wel eens over de dingen die jij belangrijk vindt? Weten ze eigenlijk goed beschouwd wel wat jij belangrijk vindt?
Eenzaamheid oplossen
Nooit iemand zien betekent misschien wel: ik voel me eenzaam. Hoe graag je dat als kind zou willen oplossen, niemand kan voor een ander de eenzaamheid oplossen. Het gemis van een geliefde, het achterlaten van een heel leven, het kan allemaal eenzaam maken. Daar is heel wat aan te doen. Het begint met praten. Met openheid.
Eenzaamheid is een probleem dat je niet voor een ander kunt oplossen. Dat betekent dat de ander zelf de regie moet hebben. Maar eenzaamheid kun je alleen oplossen als je weet hoe je dat moet doen. Vaak is daar een beetje hulp bij nodig. Van iemand die weet wat ie doet. Een Specialist Eenzaamheid bijvoorbeeld.
Voor al die kinderen die ouders hebben waar ze zich zorgen om maken is er het boekje ‘Eenzaamheid snappen in drie snelle stappen’. Of kijk eens op dit gratis online college. Beslis daarna wat je wilt doen. Voor je ouders en voor jezelf.