Blind
Toen ik binnenkwam in de gezamenlijke ruimte, zat ze er weer, mevrouw Haring. Mijn moeder herkende me niet meteen, maar mevrouw Haring wel. Aan mijn stem, want ze was al jaren blind, had ik gehoord.
‘Daar is het meisje van Tante Ger!’ riep ze met haar hoge ijle stem. Grappig, om op je 62ste als ‘meisje’ aangekondigd te worden. Wat ik altijd gek vond: haar noemde iedereen mevrouw Haring, maar mijn moeder werd door de anderen in de huiskamer ‘tante Ger’ genoemd.
Toen ik iedereen royaal begroet had, ging ik met mijn moeder een klein eindje wandelen. Hoewel, wandelen, het mag eigenlijk geen naam hebben, maar goed, we gingen even de gang op met de rollator. We waren op dat moment in het leven beland, dat er niet zo erg veel meer te zeggen viel. We hadden het goed gehad, mijn moeder en ik, door de jaren. We hadden er over gepraat. Dat het goed was. En nu was er de zon, het eten, de wandeling. En de fysio die had gezegd dat het beter was als ze elke dag even met hulp ging lopen.
Irritant
Opeens stopte ze met het toch al trage tempo, zoals ze dat vroeger ook zo irritant kon doen. Dan was je aan het wandelen, en opeens hield ze halt en begon met nadruk tegen je te praten, zodat jij ook wel gedwongen werd te stoppen en achterom te kijken.
‘Kind’, zei ze, ‘kind, ik weet dat jij je druk maakt om eenzaamheid. Als je maar weet dat ik hier niet eenzaam ben hoor. Ach, die mensen in de huiskamer, die zijn zo ver heen, daar kan ik niets mee. Maar ik doe er af en toe even de ogen dicht en dan ga ik naar de muziekkamer, of ik ga even bij Jo en Annie langs. Die zitten hier ook, wat weet je toch?’
‘Ja, mam, dat weet ik toch’.
‘Dus maak je nou maar geen zorgen om mij.’
Natuurlijk deed ik dat toch. Het was ook nogal wat. Mijn moeder die dertig jaar zelfstandig had geleefd, nu in een huiskamer met anderen die ook het spoor wat bijster zijn. Want het is je moeder. Ik weet eerlijk niet of ze het zei om mij gerust te stellen of omdat ze het inderdaad best naar haar zin had daar. Als het zo dichtbij is, wordt je oordeel er niet beter op.
Je moet het zelf weten
Als ’deskundige’ op het gebied van eenzaamheid weet ik het omgekeerde wel zeker. Als iemand zegt zich eenzaam te voelen, reken dan maar dat dat ook echt zo is. Of er nu bezoek is of niet, vrienden of niet. Omgekeerd is het lastiger. Als iemand zegt zich niet eenzaam te voelen, geloof het dan toch maar. Want of het nu waar is of niet, je kunt niet veel doen voor iemand die zelf niet erkent dat ie een probleem heeft.
Ik bracht mijn moeder terug naar de huiskamer. En toen ik later weg ging, nam ik ook weer uitgebreid afscheid van mevrouw Haring. Toen ik de deur uit liep keek ik even om naar mijn moeder. Ze lag languit in haar sta-op stoel. Met een glimlach op haar gezicht.
Wil jij ook meer weten over eenzaamheid? Bekijk dan het online college.
Jeannette Rijks
Vanuit betrokkenheid en gedrevenheid om werkelijk een verschil te maken heb ik mij gespecialiseerd in eenzaamheid, beter gezegd: in wat er te doen is aan eenzaamheid.
Met mijn bedrijf, Faktor5, train ik mensen die in hun werk te maken hebben met eenzaamheid. Zodat zij betere hulp kunnen geven.
Zolang ik kan zal ik blijven streven naar betere hulp voor mensen die zich eenzaam voelen. Want aan eenzaamheid moet je iets doen. Zelf. En soms heb je daar wat hulp bij nodig. Ik wil ervoor zorgen dat mensen de beste hulp krijgen.