Sociaal geïsoleerd, niet eenzaam? Hoe zit dat?

Deze vraag komt in de training vaak langs. Hij laat zich niet in één regel beantwoorden, maar ik doe mijn best.

Sociaal geïsoleerd gedefinieerd

Iemand is sociaal geïsoleerd als zij of hij geen of geen noemenswaard netwerk heeft. Dat is niet een gevoel, maar een feit. Het zal voor de persoon zelf dan ook makkelijk zijn toe te geven dat het kringetje om hem of haar heen wel heel erg klein is, of zelfs niet bestaat.

Is er sprake van eenzaamheid

Of er sprake is van eenzaamheid is een ander verhaal. Mensen hebben uiteenlopende behoeftes, en ook de behoefte aan mensen in je netwerk kan wisselend zijn. Waar de een genoeg heft aan een paar vrienden, wil de ander een hele sleep om zich heen. Sommige mensen hebben nauwelijks behoefte aan mensen om zich heen. Dat uit zich dan in een klein netwerk, terwijl er geen sprake hoeft te zijn van eenzaamheid. Eenzaamheid is een gevoel, dus heel persoonlijk.

Relatie die er nog zijn

Anderen, met name ouderen, hebben relaties gehad en kijken terug op die relaties met het gevoel alsof ze er nog zijn. Zoals mijn tante Truus, die veertig jaar lang haar overleden man trouw is geweest en geen behoefte had aan een andere man in haar leven. Haar verbondenheid met haar man was voor haar genoeg. Maar ook dat levert je natuurlijk geen groot netwerk op. Eenzaamheid was niet aan de orde, ze voelde zich goed bij de situatie. Overigens had mijn tante Truus als sociaal wonder een enorm netwerk, maar dat terzijde.

Eenzaam, hoezo?

Ook kan iemand na verloop van tijd zo gewend zijn geraakt aan eenzaamheid dat het niet meer bewust wordt beleefd. Als je zo iemand dan vraagt of ie zich eenzaam voelt, zal die met de grootste oprechtheid nee zeggen. Net zoals mensen die jarenlang stijf staan van de stress zich daar niet meer van bewust zijn. Er is dan wel degelijk eenzaamheid, maar de persoon voelt niet de behoefte er iets aan te doen. Het gevoel wordt niet ervaren, hoewel de emotie wel degelijk in het lichaam aanwezig kan zijn.

Taboe

Tot slot is er de ’taboe-eenzame’. Al straalt de eenzaamheid er bij wijze van spreken van alle kanten af, de persoon zal het niet willen toegeven. Dat betekent dat je zo iemand ook echt niet kunt helpen. Zeker als er sprake is van langdurige eenzaamheid, zullen de hersenen zo veranderd zijn dat deze persoon echt niet leuk in de omgang is. Contacten aanbieden gaat niet werken, omdat de hersenen er niet voor open staan. Aanpak van eenzaamheid zal niet werken, omdat de persoon er niet voor open staat.

In de eerste twee gevallen is er geen sprake van eenzaamheid, wel van alleen-zijn. Of de persoon daar iets aan wil doen is een persoonlijke keus. Hier valt dus niet te sturen op het aanpakken van eenzaamheid, wel eventueel van het vergroten van het netwerk. Daarbij moet je je realiseren dat deze mensen er zelf nooit behoefte aan hadden, dus waarom nu wel?

In de tweede twee gevallen valt er wat voor te zeggen in gesprek te komen en langzaam aan het bewust worden van de eigen situatie te stimuleren. Maar onthoud wel dat je iemand niet kunt dwingen te doen wat goed en gezond is. Wel moet je je realiseren dat als er sprake is van eenzaamheid, zoals in de laatste twee situaties, je wel goed moet weten wat je doet. Chronisch eenzame mensen niet een adequaat hulpaanbod geven, maar met anderen in contact brengen is slecht, voor beide partijen.

Sociaal geïsoleerd, niet eenzaam?

Het is lastig. Uitgangspunt is altijd de cliënt.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest